Slecht horen als gevolg van lawaai behoort tot de meest voorkomende beroepsziekten van Nederland. Daarbij leidt gehoorschade tot ernstige maatschappelijke en medische consequenties. Gehoorbescherming is dan ook noodzakelijk om gehoorschade, lawaaislechthorendheid en lawaaidoofheid te voorkomen.
LAWAAISLECHTHORENDHEID / LAWAAIDOOFHEID
Lawaaislechthorendheid / lawaaidoofheid treedt vaak op als het geluidsniveau in de gehoorgang te hoog is (onafhankelijk van het feit of het geluidsniveau als lawaai wordt waargenomen). Veel PBM adviseurs hanteren de vuistregel: Als het niet mogelijk is om zonder stemverheffing een gesprek te voeren met iemand binnen een straal van een meter, ontstaat er een verhoogde kans op het ontwikkelen van lawaaidoofheid. In dit geval moet men gehoorbescherming gebruiken. Te hard en teveel lawaai kan naast doofheid en gehoorschade leiden tot oververmoeidheid, concentratieverlies, stress, hoofdpijn, duizeligheid en diverse andere klachten.
De eenheid waarin de sterkte van het geluid wordt weergegeven is veelal de dB(A). De dB(A) heeft een direct verband met de menselijke waarneming. De reden dat de dB(A) wordt toegepast, in plaats van een gewone decibel, heeft te maken met de gevoeligheid van het menselijk oor. De gevoeligheid van de oren is namelijk niet gelijk voor verschillende frequenties van het geluid.
GELUIDSNIVEAU
Enkele getallen ter illustratie:
- Een normaal gesprek voeren levert een geluidsniveau op van circa 60 dB(A).
- De pijngrens ligt bij de meeste volwassenen boven 120 dB(A).
- Een autoradio op vol volume zit met pieken soms wel op 100 dB(A).
- Het gevaar van lawaaislechthorendheid begint bij 80 dB(A). Boven deze waarde is volgens de Arbowet het gebruik van gehoorbescherming verplicht.
- Officiële onderzoeken tonen aan dat de limiet van 80 dB(A) snel is overschreden. Daarom is het van groot belang om goede gehoorbescherming te gebruiken.
GEHOORBESCHERMING
Bij geluid geldt in principe de regel: zorg er eerst voor dat de oorzaken aan de bron zoveel mogelijk zijn weggenomen. Als dit niet mogelijk blijkt kan men de blootstellingstijd verkorten. Als ook dat geen oplossing oplevert dan is het inzetten van gehoorbescherming de belangrijkste optie.
Twee veel gebruikte gehoorbeschermers zijn:
- Gehoorkappen / gehoorkleppen die als een soort koptelefoon gedragen worden. De oorkap is vaak in de vorm van een beugel met twee kappen, die beide oren geheel bedekken. Als oorkappen de oren goed omsluiten, dan is een demping met circa 30 dB(A) mogelijk. Het dragen van oorkappen kan verwarming van de oren veroorzaken. Let daarom goed op de ventilatie van de oorkap, om het draagcomfort te verhogen. Bij gebruik van een veiligheidshelm kan men speciale oorkappen (draaibaar) aan de helm bevestigen.
- Oorpluggen / Oordoppen worden vaak vervaardigt van een flexibel materiaal dat zich kan aanpassen aan de vorm van ieder oor. Een veel voorkomend probleem is dat de oordopjes vaak niet goed in het hoorkanaal worden ingebracht, waardoor onvoldoende demping optreedt en dus gehoorschade kan ontstaan. Het is zeer belangrijk om de gebruiksinstructies van de oordopjes door te nemen en te hanteren. Een tip is om bij het inbrengen van oordopjes de hand over het hoofd te leggen en dan de oorschelp vast te pakken, zodat men de gehoorgang zo ver mogelijk kan openen. Door de gehoorgang geheel open te trekken zorgt men voor een betere passing en optimaal resultaat qua geluidsdemping. De oordopjes zijn veelal bedoeld om bij elke keer vervangen te worden. Belangrijk hierbij is de hygiëne, om eventuele gezondheidsklachten te voorkomen.
De keuze van de soort gehoorbescherming mag in principe nooit budgetair ingegeven zijn. Het staat vast dat gehoorbeschadiging onomkeerbaar is. Goede gehoorbescherming is dus van essentieel belang voor de gebruiker. De keuze van de soort beschermers moet dan ook in overeenstemming met de drager worden bepaald en afgestemd zijn op de betreffende omstandigheden.
Nb. Het is zinloos om combinaties van gehoorbeschermers te dragen (bijvoorbeeld oordopjes samen met oorkappen). Het geluid kan dan namelijk nog altijd via botgeleiding schade aan het oor / gehoor veroorzaken.
NORMEN GEHOORBESCHERMERS
De technische eisen waaraan gehoorbeschermers moeten voldoen, zijn vastgelegd in de Europese norm EN 352. De EN 352-1 behandelt gehoorkappen en de EN 352-2 beschrijft de regels voor oorpluggen / oordoppen (inclusief otoplastieken). Hierop aansluitend zijn er nog aanvullende regels voor varianten zoals oorkappen bevestigd aan een veiligheidshelm (EN 352-3) en gehoorbeschermers verbonden met een communicatiesysteem. Voor de bepaling van de geluidsverzwakking geldt de internationale norm ISO 4869-1 en voor het berekenen van de geluidsverzwakking de ISO 4869-2 norm.
Kijkt u eens naar ons online aanbod aan gehoorbescherming. Wilt u graag meer informatie of heeft u vragen m.b.t. gehoorbeschermers, neemt u dan gerust contact op met Industore.