De aanduidingen R222 en R822 worden gebruikt bij de Norton slijp- en schuurmiddelen. Dergelijke aanduidingen komen veel voor bij de flexibele schuurmiddelen, zoals de lamellenschijven, flexibele / fiber schuurschijven, schuurvellen, schuurbanden en spiraalbanden. Deze aanduiding geeft uitleg over het betreffende product, zoals dragers, korrelsoorten, bestrooiing en differentiatie binnen de productgroep.
Drager
De eerste letter geeft informatie over de drager van het product. Ongeacht het soort drager (papier, fiber, linnen, etc.) moet deze glad genoeg zijn voor een gelijkmatige lijmlaag, sterk genoeg om de lijmdruk te kunnen weerstaan en flexibel genoeg om zich naar de contouren van het te bewerken werkstuk te kunnen vormen.
De letter staat voor één van de volgende dragers:
- A - Licht papier
- F - Fiber
- G - Zwaar papier
- H - Zwaar paper
- K - Linnen
- Q - Divers (bijv. gaas en film)
- R - Linnen
- S - Combinatie
- T - Waterproof papier
- U - Norton Norax
- W - Speciaal (kurk)
Korrelsoort
Na de eerste letter volgt een cijfer. Dit cijfer is de aanduiding van de korrelsoort die gebruikt is bij het betreffende schuurmiddel. De ideale schuurkorrel biedt maximale weerstand tot - of breekt af op het moment dat de korrel uiteindelijk bot wordt, waarbij zowel een maximale materiaalafname als ook een maximale finishing wordt bereikt. De schuurkorrels zijn te onderscheiden in twee soorten, namelijk synthetische schuurkorrels (zoals aluminiumoxide, siliciumcarbide, zirkonium en keramische korrel) en natuurlijke schuurkorrels (zoals emery).
(Voor verdere uitleg over de belangrijke aspecten van de verschillende schuurkorrels wordt verwezen naar de blog "Welke schuurkorrel moet ik kiezen?".
Het eerste cijfer in de aanduiding staat voor één van de volgende korrelsoorten:
- Aluminiumoxide
- Aluminiumoxide
- Aluminiumoxide
- Siliciumcarbide
- Emery (composiet van korund en ijzeroxide)
- Flint
- Zirkonium
- Norton SG: Keramisch Aluminiumoxide
Bestrooiing
Bij schuurmiddelen zijn twee soorten korrelbestrooiing: Open bestrooid en dichte bestrooiing. Open bestrooid (Open coat) houdt in dat 30% tot 60% van de drager wordt bedekt. Hierdoor wordt o.a. voorkomen dat het schuuroppervlak dichtslibt. Open bestrooiing wordt vaak toegepast bij bewerkingen waar spanen de eigenschap hebben zich tussen de korrels op te hopen, waardoor de snij- en schuureigenschappen en standtijd afnemen. Dichte bestrooiing (Close coat) houdt in dat de drager volledig wordt bedekt. De grotere korreldichtheid leidt tot een snellere verspaning. Het gebruik van dicht bestrooide schuurmiddelen wordt vooral geadviseerd in situaties waarbij er van dichtslibben geen (of in mindere mate) sprake is en een goede afwerking wordt gevraagd.
Het tweede cijfer in de aanduiding staat voor één van de volgende twee bestrooiing methodes:
- Oneven cijfer - Open bestrooid
- Even cijfer - Dicht bestrooid
Differentiatie
Het laatste cijfer in de aanduiding differentieert de verschillende producten binnen één Norton productgroep. Door het laatste cijfer kan onderscheid gemaakt worden tussen de verschillende producten.
R222 / R822
Met bovenstaande uitleg kunnen we de aanduidingen R222 en R822 als volgt uitleggen:
R222:
- De 'R' geeft aan dat dit product een linnen drager heeft.
- De eerste '2' geeft aan dat de korrelsoort bestaat uit Aluminiumoxide.
- De tweede '2' geeft aan dat het schuuroppervlak dicht bestrooid is.
- De derde '2' wordt gebruikt voor differentiatie van het product.
R822:
- De 'R' betekent dat het betreffende product een linnen drager bevat.
- De '8' houdt in dat het product zirkonium schuurkorrels heeft.
- De eerste '2' geeft aan dat het oppervlak dicht bestrooid is.
- De tweede '2' differentieert verschillende producten binnen één productgroep.
Industore levert alle producten uit het Norton assortiment, dus neemt u eens een kijkje bij ons online aanbod van slijp- en schuurmiddelen. Heeft u vragen over slijpmiddelen, schuurmiddelen of wilt u advies bij het maken van een geschikte keuze, neemt u dan gerust contact met ons op.